Dragers voor interactiviteit
‘Het herhalende van de volumes doorheen de zalen van het museum is van belang’, stelt Tuur, die meedenkt aan de scenografie van de Windstoot tentoonstelling.
Tussen de regels horen we dat er coherentie moet zijn tussen de verspreide zitmeubels en de standaards bedoeld voor het presenteren van de inkijkexemplaren van het boek. Dat geldt eveneens voor de steunvolumes voor de scheepsbellen (het Narren‘schip’ indachtig). Die moeten voldoende zichtbaarheid krijgen. De scheepsbellen zijn er om berichten aan te kondigen. De bezoeker kan ermee zijn of haar aanwezigheid aankondigen, anderen attent maken of een stem laten horen.
Het was voor ons van meet af aan van belang om die elementen die naar de pijlers van De Windstoot verwijzen in te lijven in de tentoonstelling. Die functionele elementen moeten een activator zijn. Ze zullen zich kwijten van hun taak: ze zijn de dragers voor interactiviteit en getuigen van een doordachte publiekswerking.
Tuur haalt enkele maquettes tevoorschijn. In zijn voorstel krijgen zowel de zitelementen als de andere standaards een voetstuk van gekruiste panelen. Er zou gewerkt worden met twee tinten, blank hout en zwart. Die kleurencombinatie moet overal terugkomen. We staan alvast achter de idee dat deze volumes door hun herhaling en uniformiteit eenzelfde verhaal dienen. Daarmee wordt het voor de bezoeker duidelijk dat het hier gaat over het resultaat van een en dezelfde grote art expeditie, die zich met al haar diverse collectieven spreidt over de ganse museumsite.
Straks lopen we opnieuw door de museumzalen en proberen de volumes in dit stadium denkbeeldig in te passen in de ruimte.
Een doordachte publiekswerking is noodzakelijk