Een bootje met een pollepel
Wij varen rond door ieder land.
Elke haven en stand doorzoeken wij.
Wij varen rond met grote schade
en kunnen de plek waar we moeten landen maar niet vinden.
Onze rondreis is zonder eind,
want niemand weet waar hij landen kan.
En niemand rust, zowel overdag als ’s nachts,
en geen van ons slaat acht op de wijsheid.
Dit is een vertaalde strofe uit het gedicht ‘Narrenschiff’ (1494) van Sebastian Brant. Het is gebaseerd op het ‘schip der dwazen’ van Plato over een schip met een ‘disfunctionerende bemanning’. Een gezelschap dat stuurloos rondvaart.
Later zal de Franse filosoof Michel Foucault het als metafoor gebruiken voor de zorgsector en gebruiken wij het nu om ons de vraag te stellen hoe het in onze samenleving staat met de narren? En vooral waar zijn ze nu? Nog steeds zwalpend op zee?
We hebben de neiging te geloven dat het schip aangemeerd is en dat de ‘disfunctionerende’ bemanning inclusief aan land leeft. Maar we betwijfelen het of dit nu zo vlot verloopt.
Het is (was) de bedoeling om in het museum Guislain een narrenschip te bouwen. Geen schaalmodel of zo maar een open schip als onthaal van het museum en de tentoonstelling De Windstoot (24 maart ‘23).
Helaas hoor ik vandaag dat het Collectief der Onbeperkten de handschoen in de ring gooit. Zij hadden de opdracht opgenomen om met hun collectief het schip te bouwen maar bij gebrek aan mankracht, goesting en voldoende ondersteuning lukt het alsnog niet.
We moeten dus op zoek naar een partner die ons hieruit kan helpen. Wordt vervolgd.
Nog steeds zwalpend?