Ik kreeg vandaag de vraag hoe het komt dat Wit.h zich in Kortrijk gevestigd heeft? Het antwoord is niet zo ver te zoeken. Uiteraard om zijn stedelijke context maar nog meer omdat het een stad (en streek) van makers is en pioniers. Een plek waar je kunt ontwikkelen. Waar de ideeën uit de grond schieten als paddestoelen en waar tegelijk heel wat mensen wonen en werken die met alle macht de schouders zetten onder die al dan niet leefbare ideeen. The right of (un)succes, was een van onze eerste projecten in Kortrijk. Het recht op (mis)lukken. Een plek waar je in de luwte iets kan proberen met het recht om succes te oogsten en daar samen met een groot publiek van te genieten maar evenzeer een experiment op te zetten dat weinig tot geen succes heeft en in het archief terecht komt bij ‘alweer een les geleerd’.

Een betere potgrond dan Kortrijk kun je niet vinden om een fragiel project als Wit.h te laten uitgroeien tot een structureel kunsthuis.

Het is opvallend dat er weinig Kortrijkse kunstenaars meewerken met Wit.h. Die komen uit het ganse Vlaamse land en tot ver er buiten. En zo vreemd is het niet wanneer we vaststellen dat er niet zoveel beeldende kunstenaars zich in Kortrijk vestigen. Te weinig mogelijkheden in deze provinciestad? Te weinig avontuur? Te weinig kritische massa bij het publiek? … Maar toch wel een uitzonderlijke goeie potgrond. Dus kom maar ip.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.