23 mei 2022
Kuurne

Beste Jan,

Zoals je ongetwijfeld weet viert Kunstencentrum Wit.h hun twintig jaar bestaan met het project The Crip School. Tien dagen lang zal Wit.h de Budatoren overnemen om kunst op een andere manier te delen, en nieuwe manieren van denken, bestaan en werken te exploreren. Iedere verdieping van de toren zal een andere interpretatie krijgen via verschillende cocreaties. Ook jij zal terug te vinden zijn op een van deze verdiepingen als architect en kunstenaar.

Al enige tijd schrijf ik opiniebrieven voor Wit.h’s artistieke expeditie De Windstoot. Met verschillende mensen uit de brede kunstwereld schreef ik over thema’s als kunst en vrouwelijkheid, kunst en prestige!? en kunst en autobiografie. Voor The Crips school kozen we als thema collectieven, omdat samenwerken een essentieel onderdeel is van dit project.

Samen met Lode Vranken en Pieter Hollants richtte je enkele jaren terug het collectief Dear Pigs op, met als thuisbasis Brussel. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nooit eerder van jullie collectief gehoord heb. Helaas kom ik te weinig  in Brussel. Gelukkig is er nog zoiets als het wereldwijde web en sociale media. Meteen bots ik op jullie tot walvis omgebouwde boot, waarin het oeroude verbond tussen walvissen en koeien onderzocht wordt. Samenwerken zit duidelijk in het DNA van Dear Pigs. Niet alleen zijn jullie een collectief, maar zoeken daarnaast ook nog samenwerkingen op met andere organisaties.

Het is bijzonder om op te merken dat er steeds meer collectieven ontstaan binnen de kunstwereld, terwijl we waarschijnlijk nog nooit een samenleving gekend hebben die zo individualistisch is. Terwijl we vroeger een meer sociale maatschappij hadden, en kunstenaars dan net vaak individueel werkten. Misschien komt de drang om samen te creëren vanuit die vaststelling. De kunstwereld die als het ware een de maatschappij een spiegel voorhoudt. Die toont dat je ook samen veel kan bereiken, en we daar opnieuw nood aan hebben. Wat was jullie motief om Dear Pigs op te richten?

Aristoteles wees ons er al op dat het geheel meer is dan de som der delen. Toch durven we dat nog al eens te vergeten. Wanneer we als publiek het werk zien van kunstenaars die samenwerken, vragen we ons vaak onbewust af wie wat gemaakt heeft. Werd die lijn door kunstenaar A getekend, en die lijn door Kunstenaar B. Terwijl die vraag uiteindelijk irrelevant is. Het gaat niet om wie wat gedaan heeft, maar om de wisselwerking die ontstaat tijdens de samenwerking. Vaak leidt dat tot een resultaat waar de kunstenaars zelf door verrast zijn.

Naast Dear Pigs ben jij ook werkzaam als architect. Heeft Dear Pigs dan ook een invloed op jouw werk als architect? Ontstaat er een wisselwerking tussenbeide, of zijn het toch eerder twee verschillende werelden voor jou?

Warme groet,
Thomas

30 mei 2022
Schaarbeek

Beste Thomas,

Dear pigs, is eigenlijk een tiental jaren geleden ontstaan vanuit een zin om zaken te creëren die mensen verwonderen en in dialoog te laten gaan. Het collectief bestaat vandaag uit vijf personen, kunstenaars en architecten, die samen projecten uitwerken. We zijn binnen het collectief geen individuele kunstenaars en streven met onze realisaties er ook niet naar om kunstwerken af te leveren. Misschien zijn het eerder situaties die we opzetten om het publiek uit te dagen.

De meeste interventies gebeuren in Brussel. Het is een duale stad met vele facetten, ruwe randjes maar ook veel marge. Het is met name in die marge dat we zaken willen exploreren. Waar bepaalde geplogenheden of gewoontes even niet hoeven, kan er ruimte ontstaan voor een anders denken en doen. Die marge, mentaal en ruimtelijk willen we benutten op een situatie te scheppen. Door de situatie niet of onvoldoende stabiel te maken, onderscheiden we onze interventies van de gangbare architectuurpraktijk. De interventies vormen meestal een instrument voor de gebruikers om deel te nemen aan een gemeenschap, om verder deze te ontdekken en vorm te geven.

Bij de meeste projecten, zoals de Walvis, gaan we actief op zoek naar externe partners om het proces te verrijken. We laten ons zelf ook graag uitdagen door bijvoorbeeld de wereld van Antoine Boute die ons leerde dat de koeien afstammen van de Walvis. De Walvis kon slechts tot stand komen door de intense samenwerking tussen muzikanten, vormgevers, kunstenaars, schrijvers en schippers. Deze multidisciplinaire aanpak wordt ondersteund door een vrij associatief denken waarbij een toon de aanleiding kan vormen tot een eerste zin van ons verhaal en het verhaal leidt tot een scène…

Bij andere projecten, zoals de stelling-toren ter gelegenheid van de Recyclart Holidays in 2016, werd de toren overgenomen door meerdere kunstenaars. Er kwam een plantenhotel, een restaurant met één tafel en een fotomuseum. Deze manier van toeëigening door de gebruikers maakt ons enorm blij, zeker als het werk nadien een eigen leven gaat leiden.

Reeds bij aanvang van ons collectief werden de interventies gekenmerkt door spelelementen. Het spel en in het bijzonder het informeel spel vormt een grote bron van inspiratie. Tegelijkertijd zien we ook dat spel velen aanspreekt, ongeacht leeftijd, gender, achtergrond etc. Inherent aan het spel zijn ook de onderhandeling, spel-regels overeenkomen, samen spelen en daarna vals spelen. Het zijn stuk voor stuk ingrediënten voor een collectief traject dat de aanleiding kan vormen tot een interventie.

U begrijpt dat architectuur of bouwen, nooit veraf is in ons werk. De activiteiten binnen het collectief en onze individuele werk, architectuur in mijn geval, zijn steeds sterk gelinkt. Anderzijds zijn er ook grote verschillen die de twee voor mij noodzakelijk afzonderlijk maken. De interventies van Dear pigs, worden dikwijls op een korte termijn gerealiseerd, in nauw overleg en liefst geheel samen met de gebruikers gebouwd en verbouwd. Het zijn veeleer tijdelijke of dynamische ingrepen, die kunnen leiden tot het implementeren van nieuwe sociale dynamieken. Deze ingrepen kunnen ook de architectuur ondersteunen, als eerste stap in een onderhandeling, een noodzakelijke dialoog tussen de mensen en hun context. Bij de renovatie van de Koer in Gent, hebben we gedurende een residentie de gebruikers leren kennen en uitgedaagd. Op bezoek bij het koervolk leerden we de individuen kennen die deze plek vormen. Gedurende een workshop werden de kinderen uitgenodigd om met een levensgrote maquette aan de slag te gaan. Deze gelegenheden zijn voor ons het perfecte alibi om met iedereen in gesprek te gaan, hun dromen te leren kennen en ze nog straffer te doen dromen.

Bij andere projecten zoals de meccano willen we de deelnemers zelf laten bouwen aan hun droom, letterlijk én figuurlijk. Door samen te bouwen aan de een reuze-meccano neemt iedereen deel aan de transformatie, elk op zijn manier maar steeds complementair.

“Alles hangt af van de dynamiek van de bestaande plek en de ontregeling die Dear pigs genereert door het ontwerp … en de acties die daaruit ontstaan. Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering. Het is altijd al common.”

Beste groet!

Dear pigs, Jan Laute, Lode Vranken, Pieter Hollants, Martha Meijer en Jeroen Van der Fraenen

het zijn situaties die we opzetten om het publiek uit te dagen

31 mei 2022
Kuurne

Beste Jan
Beste Lode, Pieter, Martha en Jeroen,
Beste Dear Pigs,

Treffend hoe een brief over collectief werken gericht aan één persoon, beantwoordt wordt door het ganse collectief. Een indirect bewijs dat het binnen een collectief niet gaat over wie er in het collectief zit, maar gaat om de synergie die ontstaat uit het samenwerken. Net zoals de waarde van kunst niet zou moeten liggen in de kunstenaar, maar in het werk op zich. Wat voelen we als we naar een werk kijken? Wat het roept het in ons op? Eerder dan wie heeft het werk gemaakt.

Jullie gaan nog een stap verder. Het draait niet om het werk dat jullie maken maar om het proces en wat dit teweeg brengt bij het publiek, die zelf onderdeel worden van het traject. Dat is een bijzonder uitgangspunt dat tot nadenken stemt, zeker in een prestatiegerichte samenleving waarbij output en directe opbrengst belangrijk zijn. Daarmee verdwijnt het spelen, want het resultaat kan niet op voorhand vastliggen, het is afhankelijk van de dynamiek die ontstaat en die is onvoorspelbaar.

Dat wordt ook bewezen met jullie afsluitende quote. Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering. Rechter tegenover het neo-liberale discours kan je niet staan. Laat ons hopen dat dit een voorbode is voor meer dergelijke projecten als die van jullie die de huidige sociale dynamieken in vraag stellen en voor meer verbinding zorgen.

De stad wordt vaak als individualistisch beschouwd, zeker in vergelijking met een dorp. Mensen kennen hun buren niet meer. Groeten elkaar niet op straat. Hoe ervaren jullie dat als collectief binnen een grootstad als Brussel? Klopt het beeld dat de mensen er elkaar minder ontmoeten, en naast elkaar leven?

Er zijn natuurlijk altijd mensen binnen een stad die wel verbinding zoeken. Zo kan ik mij voorstellen dat bezoekers van Recyclart naar iets anders op zoek zijn dan de bezoeker van bijvoorbeeld de Bozar. Dat de ene groep zich meer openstelt voor verbindende projecten dan de andere. Niet iedereen is even makkelijk te bereiken, of stelt zich even makkelijk open voor participatieve projecten. Merken jullie dat jullie een zeer divers publiek bereiken, of toch voornamelijk mensen die reeds geïnteresseerd zijn in culturele projecten waarbij verbinding en samenwerken centraal staat?

Hartelijke groet,
Thomas

8 juni 2022
Schaarbeek

Beste Thomas,

Aristoteles wees ons er op dat het geheel meer is dan de som der delen, maar probeerde er ons ook van te overtuigen dat de dingen een entelechie hebben, iets wat maakt dat iets is wat het is. Iets onveranderlijk dat blijft doorheen alle verandering. Wij hopen dat Dear pigs, geen entelechie noch DNA heeft, maar blijvend veranderd. Ik pik even terug in op de afsluitende zin in onze vorige brief.

Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering.

En dat is maar goed ook, al willen we liefst in die continue verandering onze plek vinden. Als we mee kunnen schrijven aan een evoluerende samenleving of de vormgeving ervan, willen we dynamieken onderzoeken die inclusief zijn, en indien nodig onstabiel zijn om ons ervoor te behouden te berusten in een situatie.

Zo bestaat de inrichting voor de bibliotheek in Schaarbeek die we realiseerden uit een reeks verzaagde boomstammen die bij de opening op een mogelijke manier gestapeld en geschikt werden. We beoogden geen vaste inrichting. De boomstammen nodigen uit om verlegd te worden wanneer de noden of wensen wijzigen of gewoon om eens iets anders uit te proberen. De installatie is een middel om samen te zoeken naar nieuwe configuraties of tijdelijke invullingen in de ruimte mogelijk te maken.

Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering.

Dear pigs, noemt zich een Brussels collectief omwille van haar liefde voor deze stad, de dynamieken die we hier waarnemen en de kansen die de stad als organisch geheel ons biedt. Zonder de verhouding stad versus dorp te willen veralgemenen, is het in zeker zin zo dat men op het eerste zicht een stad als individualistisch karakteriseert. We merken echter dat mensen in een stad evenzeer elkaar groeten en samen leven. Omdat we dichter bij elkaar wonen, werken en leven ontstaan wel eens conflicten, maar ook zoektochten naar oplossingen en andere samenlevingsvormen. In die zin zou men zelfs kunnen stellen dat we (als stadsbewoners) ons (noodgedwongen) toleranter opstellen ten opzichte van elkander en gaandeweg de juiste modus vivendi vinden waarbij we onszelf kunnen zijn en elkaar kunnen ontmoeten. De stad zien we eerder als een boeiend biotoop waar verschillende individuen, variabele gemeenschappen elkaar soms kruisen of net even met rust laten.

Bovendien, zoals je weet, is de marge onze lievelings-omgeving in dit biotoop. In het dorp is er weinig marge, maar de stad is er vol van. Misschien is Dear pigs, wel een Derridiaans schrijven in de marge of een Foucaultiaans heterotopia. Deze laatste is een plek die deel is van de maatschappij maar waar de regels even niet gelden. Meestal zijn het plekken die gemarginaliseerd en onbelangrijk bevonden worden. Tegelijk zijn het plekken van afwijkend gedrag en broeihaarden van verandering, maar die door hun marginaliteit niet echt de aandacht trekken. Het is niet in de politieke debatten of academische artikels, maar in de marge dat verandering start.

“Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering.”

We trachten met onze interventies steeds om de dialoog aan te gaan met de gehele gemeenschap. Door bij voorkeur op locatie te werken en in dialoog met de toekomstige gebruikers, bereiken we een erg breed publiek. Wanneer we in Vorst een nieuw speel-parcours schilderen (Quartier Ludiek) op een asfalt-zone komt een buurjongen uit nieuwsgierigheid aangelopen. De dag erop schilderen we samen verder met hem en leren we elkaar beter kennen. In Kuregem (Cours Circuit) tonen de kinderen hoe ze willen spelen, en in Torhout (Bendit) de hangjongeren hoe ze willen hangen. Het werk wordt een alibi om elkaar te ontmoeten, elkaar te leren kennen en elkaars werelden te zien. Het mooie aan een stad als Brussel is misschien dat er evenveel werkelijkheden zijn als deelnemers aan de stad en dat we nu en dan een gemeenschappelijke werkelijkheid met elkaar kunnen delen…

Om te eindigen keren we terug naar onze eerste zin. Dear pigs, is ontstaan vanuit een zin om zaken te creëren die mensen verwonderen en in dialoog te laten gaan. Dear pigs, gelooft in schoonheid en kunst om deze verwondering te bewerkstelligen. Alleen in verwondering kunnen we onze gewoontes, wetenschap en geloof voor een kort moment vergeten en vertoeven in een gemeenschappelijke open ruimte die deze gemeenschappelijke werkelijkheid kan worden die we met elkaar kunnen delen. Deze werkelijkheid zal echter nooit stabiel zijn.

Het werk is nooit af, het werk is nooit van ons, het werk is steeds publiek en in verandering.

Beste groet!

Dear pigs, Jan Laute, Lode Vranken, Pieter Hollants, Martha Meijer en Jeroen Van der Fraenen

een plek die deel is van de maatschappij maar waar de regels even niet gelden
Dear Pigs

Dear Pigs is een aristiek collectief uit Brussel. Ze maken participatieve interventies binnen de openbare ruimte. Hun installaties zijn steeds het resultaat van samenwerkingen, waarbij toekomstige gebruikers een belangrijke rol spelen. Leerlingen, bibliotheekbezoekers, buurtbewewoners, worden allen uitgenodigd om mee te werken en te denken aan hun projecten. Op die manier claimen de deelnemers het project.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.