Kuurne 10 december 2020

Beste Sofie,

Buiten daalt het kwik naar vriestemperaturen en toch heb ik het bijzonder warm. Ik ben net thuis na een atelierbezoek bij Lara Jakoba Breine en Lien Anckaert en had een verwarmend gesprek met deze twee bijzondere vrouwen. Vandaag namen ze hun intrek in een nieuw atelier. Ze resideren in een oud rusthuis op een boogscheut van vzw Wit.h. Hun samenwerking kadert in een nieuw project van deze organisatie. De Windstoot is een artistieke expeditie naar (on)macht.

We hebben elkaar nog niet eerder ontmoet en ik heb dan ook geen idee of je vzw Wit.h kent. Voor de zekerheid introduceer ik hen even kort. Ze streven naar een cultuur van gelijkwaardigheid, in het bijzonder tegenover mensen met een beperking. Daarbij werken ze aan de inclusie van kunstenaars met een beperking vanuit een ethische, esthetische en maatschappelijke beweging. Het thema (on)macht is dan ook geen onlogische keuze voor hun nieuwe expeditie, die ergens in 2022 moet landen.

In aanloop naar de presentatie zal er tweemaandelijks een kleine expositie te zien zijn in vzw Wit.h over het werk van één van de deelnemende kunstenaars. Daarbij zal telkens een digitaal magazine verschijnen, waarin deze briefwisseling gepubliceerd wordt. Mijn bezoek aan het atelier van Lara en Lien was niet toevallig. Hun werk zal op de volgende expositie te zien zijn. Ze werken aan een project over vrouwelijkheid. Aan de muur hangen tekeningen van vrouwen die seksualiteit uitstralen. Een belangrijk thema binnen het oeuvre van Lien. Een thema dat binnen onze samenleving gevoelig ligt. Nog veel te vaak wordt toegedekt dat mensen met een beperking ook seksuele verlangens hebben. Bij Lien is dat een verlangen naar de vrouw.

Lien en Lara werken al bijna een jaar samen. Daar waar in het begin de focus voornamelijk op verlangen en intimiteit lag, is er een verschuiving op te merken. Steeds meer stellen ze zich de vraag hoe vrouwelijke kunstenaars zich positioneren binnen het kunstenveld. Hoe worden vrouwelijke kunstenaars gepercipieerd? Hun hypothese is dat zij voornamelijk als lief en puur esthetisch beschouwd worden, terwijl mannen vaker als de intellectuele kunstenaar gezien worden.

Vroeger werd het bijna onmogelijk gemaakt voor vrouwen om kunstenaar te worden. Ze hoorden thuis aan de haard en moesten zorgen voor hun kroost. Er was geen ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Er zijn talloze voorbeelden van vrouwen die boeken schreven onder een mannelijk pseudoniem om toch maar gepubliceerd te raken. Vandaag is dat niet meer het geval, al kunnen we ons de vraag stellen of ze dezelfde kansen krijgen en op dezelfde manier gewaardeerd worden. Is dat iets wat jij herkent? Worden De Kunstmeisjes anders benaderd dan jullie collega’s?

Hartelijke groet,

Thomas

Hoe vrouwelijke kunstenaars zich positioneren.
3magazinz

Lien Anckaert en Lara Breine zijn twee jonge vrouwen, allebei kunstenaar en ongeveer even oud. In januari 2020 starten zij hun samenwerking. Dit is het begin van een nieuw oeuvre en een nieuwe vriendschap. Ze werken rond het thema vrouw zijn en seksualiteit. Hoe zien ze zichzelf? Hoe willen ze dat anderen hen zien?

Egem, 19 december 2020

Dag Thomas,

Bedankt voor je brief. Hoewel ik een streekgenoot ben, kende ik de organisatie vzw Wit.h. niet. Ik ben benieuwd wat er uit de samenwerking tussen Lara en Lien zal voortvloeien en plan daarom zeker een bezoek aan de expositie.

Je stipt aan in je brief dat we de seksuele verlangens van mensen met een beperking liever doodzwijgen. Ik heb dit aan den lijve ondervonden. In het programma Down the road, waarin we het reisverhaal van zes mensen met het syndroom van Down volgen, praatten de geliefden Lisa en Kevin over hun gevoelens voor elkaar. Vertederend, maar ook ongemakkelijk. Ik begreep niet waar mijn preutse reactie vandaan kwam. Later las ik in de krant dat het koppeltje wettelijk niet mag trouwen. Dat de expeditie (on)macht streeft naar een cultuur van gelijkwaardigheid is dus niet alleen hartverwarmend maar ook noodzakelijk. Alleen door te luisteren naar elkaar, kunnen we van elkaar leren.

Lien en Lara raken met hun project een heikel punt in de kunstgeschiedenis aan. Mijn professor aan de UGent doceerde aan de hand van Jansons History of Art, een toonaangevend naslagwerk. Markant detail: geen enkele vrouwelijke kunstenaar komt aan bod in dit standaardwerk over de geschiedenis van de kunst. Waren er dan geen vrouwelijke kunstenaars? Zeker wel. In mijn vrije tijd volg ik een opleiding Beeldende en Audiovisuele Cultuur aan de academie van Roeselare. Mijn docent sluit de les steevast af met enkele vrouwelijke kunstenaars en vult zo de hiaten in.

Je vroeg ook hoe De Kunstmeisjes deze ongelijkheid ervaren. Omdat ik niet weet in hoeverre je De Kunstmeisjes kent, stel ik hen graag even aan jou voor. Mirjam Kooiman, Nathalie Maciesza en Renee Schuiten-Kniepstra zijn drie Nederlandse kunsthistorici. Op hun blog recenseren ze, samen met zeventien redactieleden, tentoonstellingen in musea en galeries. Je hoeft trouwens geen vrouw te zijn om voor De Kunstmeisjes te schrijven. Zij willen met deze naam vooral een nieuwe betekenis aan het woord geven. Kunstmeisjes zijn geen oppervlakkige ‘gallerina’s’ – het stereotiepe, mooie meisje dat als een soort pitstoppoes kunst aanprijst – maar ambitieuze en nieuwsgierige mensen. Nathalie vertelde me dat mensen soms een scheef gezicht trokken bij het horen van hun naam. “Meisjes? Jullie zijn toch volwassen vrouwen, waarom zou je jezelf omlaaghalen?” Er kleeft een negatieve bijklank aan het woord meisjes. Alsof dit automatisch betekent dat wij niet slim, grappig of stoer kunnen zijn. Kunstmeisjes is dus een geuzennaam om trots op te zijn.

Ik zal trouwens nooit vergeten dat ik in mijn allereerste recensie in opdracht van De Kunstmeisjes het woord kunstenares schreef. De hoofdredactie tikte me op de vingers. Waarom zou ik een beroep vrouwelijk maken? Journaliste, schrijfster, kunsthistorica. Dit onderscheid grijpt terug naar een tijd waarin van sommige beroepen gedacht werd dat vrouwen het niet zouden kunnen. Heb je ooit al gehoord van een pilote of een doctores? We laten het gender dus uit de beroepstitel. Ongelijkheid begint dus al in ons taalgebruik. Is dat iets wat jij ook ervaart als woordkunstenaar?

Sofie

door te luisteren naar elkaar, kunnen we van elkaar leren

Kortrijk 24 december 2020

Beste Sofie,

We horen vaak dat het vreemde tijden zijn. Ons leven lijkt stil te staan, terwijl de dagen voorbijvliegen. Normaal gezien zouden we vanavond onze voeten onder een familietafel schuiven voor een feestdis. Het ene familiefeest na het andere. Mensen zijn bedroefd en voelen zich bestolen door de overheid. We moeten ook denken aan onze mentale gezondheid en daarvoor is sociaal contact belangrijk. Toch begrijp ik de maatregelen. Ze zijn er opdat we elkaar binnenkort opnieuw kunnen ontmoeten. Hopelijk treffen we elkaar op de tentoonstelling van Lien en Lara.

Zelf ondervind ik weinig last van de huidige maatregelen. Mijn gedachten gaan voornamelijk uit naar mensen met een beperking die zelfstandig wonen. Normaal organiseren voorzieningen kerst- en nieuwjaarsfeestjes en die vallen nu allemaal in het water. Velen van hen zullen alleen thuiszitten en dat bedroeft mij. Wie neemt het voor hen op? Zelf krijgen ze geen stem in het debat rond de maatregelen.

Ik dwaal af, terug naar jouw brief. Het bewuste fragment uit Down the road waarover je spreekt heb ik ook gezien. Nog steeds ben ik er niet aan uit wat ik van het programma vind. Enerzijds is het mooi dat ze een ander beeld scheppen van mensen met het syndroom van Down. Er wordt aangetoond dat ze veel meer kunnen dan de samenleving soms verwacht, maar vaak wordt het te sentimentele televisie, zeker wanneer het gaat over liefde en relaties. Velen zijn vertederd als ze de koppeltjes zien ontstaan. ‘Tis toch schoon hé’. Hun relaties worden niet serieus genomen en het is vaak een grotere worsteling dan men in het programma laat zien. Lien worstelt daar bijzonder hard mee. Ze is op zoek naar intimiteit en seksualiteit, maar waar kan ze iemand ontmoeten? Dat beseft ze zelf ook en dat is bijzonder pijnlijk voor haar.

Je haalt aan dat het handboek van jouw professor aan geen enkele vrouwelijke kunstenaar refereert. Plaatste hij daar zelf dan geen kritische noot bij in zijn colleges? Waren er geen studenten die hun stem verhieven en dit probleem aan de kaak stelden?

Wat maak je een mooie vergelijking tussen Gallerina’s en de pitstoppoes. Het is menselijk dat we in stereotypes denken. Het heeft er denk ik mee te maken dat we de wereld categoriseren om deze begrijpbaar te maken. Daar is op zich geen probleem mee. We moeten ons er wel van bewust zijn en dat in vraag durven te stellen. Kunstmeisjes vind ik dan ook een bijzonder mooie naam, zeker omdat deze bewust als geuzennaam gebruikt wordt. Het zorgt ervoor dat ik meteen een aantal dingen in vraag stel. Zie ik jullie als de mooie meisjes die van kunst houden, of zie ik jullie als ambitieuze vrouwen die iets interessants over kunst te vertellen hebben? Lien zou zeggen dat jullie zeker mooi zijn, want alle vrouwen zijn mooi en moeten van zichzelf houden.

Taal is een bijzonder machtig instrument en kan ongelijkheid zeker in de hand werken. Voor mij is er aan het woord kunstenaar geen geslacht verbonden, terwijl dat wel duidelijk het geval is bij kunstenares. Zelf ben ik dan ook geen voorstander van het woord kunstenares. Als we naar meer gelijkheid willen streven, dan is een kunstenaar een kunstenaar. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit. Het is dan ook goed dat jullie hoofdredactie hierover nadenkt.

Je opmerking dat taal ongelijkheid in de hand werkt doet me aan een heel concreet voorbeeld denken. Ik heb geen idee of je vertrouwd bent met de term Outsider Art. Het is een categorie binnen de kunsten waartoe kunstenaars met een beperking behoren. De term was bedoeld om hen op te nemen binnen de kunstenwereld, maar is men in dat opzet geslaagd? De term is een bijzonder ongelukkige vertaling van het Franse Art Brut, want men zet het meteen weer buiten die kunstenwereld. Zelf ben ik meer voorstander van de Franse term. Bruut interpreteer ik als dicht bij jezelf blijven, je basale emoties hun vrije gang laten gaan, zonder te denken over het normatieve kader van een samenleving. Dat is iets wat volgens mij kunstenaars met een beperking typeert, hun oeuvre staat heel dicht bij henzelf.

Warme groet,
Thomas

Zelf krijgen ze geen stem in het debat
2magazinz

Lien behandelt in haar tekeningen en teksten vaak het thema seks.
Haar inspiratiebronnen gaan van Félicien Rops, Léon Spilliaert tot de romantiek en de liefde. Maar ook horror, bloed, skeletten en zombies zijn een steeds weerkerend fenomeen in haar fantasie. Een mysterieuze mengeling: ‘wreed schoon’. Lara tekent ook. Ze maakt geluidsopnames van hun gesprekken en noteert zorgvuldig, oprecht en puur, alles over hun samenwerking. Ze onderzoekt wat het is om vrouw en kunstenaar te zijn.

Egem, 4 januari 2021

Dag Thomas,

Ik begrijp het gevoel waarmee je je laatste brief opende. We moeten zorg dragen voor onze naasten en waken over onze eigen mentale gezondheid. Zo draagt de overheid ons op. Kerst met 11 miljoen, je weet wel. En dat terwijl we de feestdagen enkel mogen vieren met mensen die onder hetzelfde dak wonen. Het lijkt een haast onmogelijke opdracht. Akkoord, we mogen ons ‘knuffelcontact’ uitnodigen. Alleenstaanden mogen uitzonderlijk zelfs feestvieren met twee knuffelcontacten. Allemaal haalbaar in theorie. In de praktijk hebben veel knuffels wellicht zelf een gezin waarmee ze zullen fonduen, racletten of teppanyakiën. Ik wil er niet aan denken hoeveel mensen alleen waren op die bewuste dagen. En hoe ze zich gevoeld moeten hebben.

Ik heb nergens in mijn brief geschreven dat mijn professor kunstgeschiedenis een man is. Toch schrijf je of ‘hij’ zelf niet opmerkte dat er in het handboek geen vrouwelijke kunstenaars aan bod kwamen. Mijn professor was een vrouw. Ze heeft wel degelijk de kunstgeschiedenis volgens Janson ietwat gecorrigeerd met ‘vergeten’ kunstenaars: Meret Oppenheim, Louise Bourgeois, Frida Kahlo, Marina Abrabmović,… Komt het misschien door het woord professor dat je meteen aan een man denkt? Ken je het raadsel van de chirurg? Ik vat het kort even samen voor je. Een vader is met zijn zoon aan het autorijden. Ze botsen frontaal op een tegenligger en de vader sterft in de crash. De zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis afgevoerd. De chirurg die de levensreddende operatie moet uitvoeren, werpt een blik op het slachtoffer en reageert geschokt: “Ik kan de operatie niet uitvoeren, deze jongen is mijn zoon.” Hoe kan dat? Omdat we onbewust denken in stereotypen. Net als jij vind ik het goed dat we dit in vraag durven stellen.

Deze vakantie lag er bij mij een bijzonder gezelschapsspel onder de kerstboom. Art & My Career is een bordspel van de Brusselse kunstenares Olivia Hernaïz. Kunsthistoricus, galeriehouder, kunstpedagoog, professor, kunstenaar, museumdirecteur of curator; je dompelt je onder in de carrière van vrouwen in de kunstwereld. Hernaïz baseerde zich op echte getuigenissen. Moet je je zwangerschap verbergen voor je galeriehouder? Sorry, twee stappen achteruit. Je weigert om op date te gaan met een rijke verzamelaar? Sorry, je verliest je job. Op een pijnlijk accurate manier ontdek je hun dagelijkse strijd.

‘Outsider Art’ ken ik inderdaad. Ik maakte er voor het eerst kennis mee in het LaM, waar een hele vleugel aan deze kunst gewijd is. Het is mooi hoe je zegt dat je ‘bruut’ interpreteert als kunst die spontaan opborrelt vanuit basale emoties. Omdat ik schrijf voor de Kunstmeisjes kan ik niet anders dan de tentoonstelling Danser brut te tippen. Zowel in BOZAR als in het Dr. Guislain Museum kan je nog tot eind deze week terecht om je te verdiepen in Art Brut. Maar nu kijk ik vooral uit naar de expositie in Wit.h zodat ik eindelijk het werk van Lien en Lara kan zien.

Sofie

Omdat we onbewust denken in stereotypen
Sofie-Huvaere-1024x1022

Sofie Huvaere

Sofie (1989) heeft een Master in de Taal- en Letterkunde (Universiteit Gent)  en vertoeft van 9 to 5 in de designwereld. In het weekend volgt ze de opleiding Beeldende en Audiovisuele Cultuur en gaat ze in de krant op zoek naar verborgen poëzie. De overige tijd dweept ze met de nalatenschap van Prince en is ze redactrice bij De Kunstmeisjes.

THOMAS JACQUES X DAMON DE BACKER - 2020 - 11

Thomas Jacques studeerde in 2014 af als psycholoog. Tijdens zijn stage raakte hij gefascineerd door het sociaal – artistieke werkveld. Een tijdlang voer hij mee met de Vrijbus, het dichterscollectief van vzw Wit.h. Daar kreeg hij de smaak voor het woord (en voor zijn toekomstige vrouw) ten volle te pakken. Op vandaag is hij coördinator van Het Lijsternest en vormt hij samen met Bram Terryn een tweekoppig collectief. Thomas Jacques is hoofdredacteur van het Magazine De Windstoot.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.