Erwin Verhofstadt
Fijnheid laat zich lezen in het werk van Erwin Verhofstadt. Zo zacht als zijn stem klinkt, zo licht als zijn tekeningen kleuren, zo fragiel is zijn persoon. Beeldend kunstenaar Erwin Verhofstadt is als de dood voor weerstand. Hij tekent het liefst met potloden met stompe punten, en als het kan op ongekorreld papier. Het grafiet voelt zacht aan en glijdt over het gladde oppervlak tot het weer wegdeemstert. Daardoor lijken de gekleurde tekeningen op te gaan in het licht.
Onbeperkte opslagcapaciteit
Erwin Verhofstadt tekent zoals hij praat: zachtjes, mompelend, monotoon en herhalend. Die herhaling kenschetst zijn oeuvre waarin repetitieve patronen of herhalingen van objecten opduiken. Zijn onderwerpen keren ook steeds weer terug. We kunnen ze indelen in reeksen huizen, stadsgezichten, toestellen en mensen.
De kunstenaar woont en werkt in Lokeren. In zijn werk gooit hij zijn stadsgrenzen open op zoek naar een universele, parallelle wereld. Die deelt hij in vakjes op, de wereld die hij met nauwe doch scherpe blik in ogenschouw neemt en graag in kaart brengt. Hij kijkt schichtig en weifelend om zich heen. Het lijkt niet op te vallen maar Erwin neemt gretig details op. Haast niemand heeft ooit gemerkt dat hij naar de wereld kijkt. Onopgemerkt en onophoudelijk schiet hij plaatjes, als geheugensteun en inspiratiebron voor zijn tekeningen en maquettes.
Wie erin slaagt om in de vertrouwenssfeer van Erwin te komen, merkt het wel: je ziet het vele knipperen van zijn ogen. Zijn ooglenzen slaan bij momenten alle richtingen uit. Als een salvo flitst zijn camera aan een ruk door. Zijn fotografische geheugen heeft dan ook een onbeperkte opslagcapaciteit. Het is zijn tool om de stad en de dingen te bevatten.
De zaken op een rijtje
De wereld – één grote stad – keert hij binnenste buiten en omgekeerd. Via zijn tekeningen en maquettes nestelt hij zich stiekem in de huizen en krijgt er, werk na werk, huis na huis, almaar meer grip op. Al die jaren al brengt hij de grote buitenwereld binnen op deze kleine schaal.
Erwin kent elk gebouw van zijn stad, hij heeft er alle stenen van geteld. En je kan er donder op zeggen dat hij tot op de steen juist zit. Tot de verhoudingen van de ramen en deuren, de stijl van de gevels, de straatnamen, de landmarks: ze staan netjes gecategoriseerd in zijn hoofd. Erwin heeft graag de zaken op een rijtje. Dat biedt houvast. En rust.
Getuige daarvan zijn de talloze tekeningen maar eveneens de vele fascinerende maquettes waaraan hij elke dag werkt op zijn kamer, als een solitair. Het zijn geen exacte kopieën van bestaande huizen. Neen, het zijn wedersamenstellingen van de ontelbare gebouwen die hij al die tijd opsloeg, en waarvan hij de elementen assembleert tot andere, unieke herenhuizen en bungalows. Stukken bristolkarton heeft hij ter beschikking, waaronder ook restanten bordpapier waarop wel eens een opschrift of handschrift staat (maar dat deert hem niet). Nauwgezet en met oog voor detail bouwt hij de woningen op. Ze ogen een tikkeltje gammel maar dat maakt ze menselijk. Gekunsteldheid en steriliteit zijn niet aan hem besteed. Integendeel, ze worden gemaakt door zachte mensenhanden.
Ze lijken niet nieuw maar stralen altijd weer een geschiedenis uit. Het verhaal, echter, is ontoegankelijk. De huizen geven niks prijs. Het raadsel houdt stand en dat fascineert.
Verborgen verhalen
Kunstenaar Erwin Verhofstadt werkt het liefst alleen. Hij houdt niet van mensen rondom zich, op enkele vertrouwenspersonen na. Wellicht daarom weert hij de mensen uit zijn huizen of steden. Die staan er versteend bij, verlaten en mysterieus. Alsof ze reeds lange tijd geleden werden leeggehaald. Het is er stil. Muisstil.
Ergens in de verte meen je zijn gedempte, stamelende stem te horen. Ze lijkt uit een van de belendende kamers te komen. Maar je komt niet in de buurt. Wat hij stamelt, wat er in dat hoofd gebeurt, dat zijn verborgen verhalen. ‘Je hoort me niet goed. Ik heb een zachte stem’, zegt hij zelf.
In zijn tekeningen daarentegen duikt er sporadisch een personage op. Vaak in een interieur. Maar nooit gaat het over mensen, want die zijn bedreigend. Als het dan toch moet – want al die mensen zijn er nu eenmaal – rangschikt hij ze in bepaalde tekeningen. Gecatalogeerd, netjes in hun vak vastgezet, naar professie, plunje, geslacht en grootte. Hij bergt ze op, als poppen in een depot, als mappen in een rek. Op die manier zijn ze makkelijk te identificeren. Je weet maar nooit.
Onbaatzuchtig
Tekenen en maquettes maken, het zijn stille en trage bezigheden. Ze vergen engelengeduld en dat spoort niet met de rumoerige wereld met zijn jachtige mensen. In de buurt van zijn vertrouwenspersonen is het heel anders. Daar is het veilig, daar is chemie. En daar hoor je hem onverwacht bulderlachen. Onbaatzuchtig en dankbaar als hij is, schenkt Erwin hun zijn gemerkte maquettes. Het is op dit kruispunt dat kwaliteit, fragiliteit en belangeloosheid elkaar treffen.
Zijn werken zijn het product van een aanhoudende, jarenlange concentratie. Het zijn de getuigenissen van een plichtsbewust levenswerk. Gesigneerd door zachte, witte tekenhanden.
Tekst: Bart Vandevijvere
‘Je hoort me niet goed. Ik heb een zachte stem’, zegt hij zelf.