Een onontgonnen terrein
Op weg naar Gent biecht Tom me plotseling op: ‘Het is zo fijn te ervaren hoe goed we allen met elkaar opschieten. De warmte, de vriendschap en de onbevangen omgang met elkaar doet zo’n deugd. Het bracht me zoveel verder dan ik had gedacht’. Het is deugddoend dit te horen uit de mond van iemand die aanvankelijk met veel vragen worstelde.
De manier waarop mensen – kunstenaars, muzikanten – met een verstandelijke handicap zich gedragen in een dergelijke artistieke queeste, alsook de ongedwongen wijze waarop zij omgaan met de mogelijke vraagstellingen en de obstakels die onderweg kunnen opduiken, wekken bewondering bij hem op.
Tom leerde spelen van een partituur. Hij vond altijd houvast bij de gekende muzikale patronen. Maar hij geeft grif toe dat hij het nooit had gedurfd om de begane paden te verlaten en buiten de lijntjes te kleuren. Zonder de muzikale metgezellen van Anemoi had hij schroom gevoeld en was improvisatie een onontgonnen terrein gebleven. Het zegt iets over de troeven van een beperking.
Vandaag is Anemoi nagenoeg voltallig voor de laatste in situ repetitie. Ze staan paraat voor volgende week. Geregeld hoor ik hun raadselachtige gezangen binnenwaaien.
Maar daarbuiten, in de museumtuin, wordt de macht van de beperking evenzeer tentoongespreid. Drie mannen van het Collectief der Onbeperkten trekken vandaag hun sculptuur op. Het is fysieke arbeid geblazen. Kris, Frederik en Wannes sleuren er een transpallet en een werkplaatskraan bij. Die toestellen ondersteunen de eigen fysieke kracht. Het wordt hijsen, kreunen en sleuren. Maar ook denken natuurlijk, want het technisch inzicht van hoe je een technisch probleem de baas kunt, is een noodzakelijke skill. Zo blijkt, wanneer de installatie ei zo na haar stabiliteit verliest.
Maar dankzij de slagkracht en ervaring van de Onbeperkten recht de sculptuur de rug. Nu staat ze fier geïntegreerd in de binnenruimte en laat zich vanuit alle windrichtingen perfect lezen tegen de achtergrond.
Eén met de omgeving