Taal in relatie tot kunst
Tijdens de lockdown van 2020 schreef Michiel De Jaeger, artistiek mentor bij Grand Atelier La ‘S’ in Vielsalm, een gedicht over kunstenares Irène Gérard. Ergens daarin komt de zinsnede ‘proche à l’origine du monde’ voor. Wat ons van de oorsprong van de mens naar oorspronkelijkheid en puurheid voert. Puurheid en authenticiteit, het zijn termen die doorgaans geassocieerd worden met het werk van kunstenaars met een beperking. Van daaruit is het slechts een kleine sprong naar de ‘Art Brut’, een geïnstitutionaliseerd genre in de kunst.
Ondanks het feit dat Kunst een taal op zich is, blijkt dat er nog altijd nood is aan een ‘talige’ omkadering van elk kunstwerk. Sinds het bestaan van de kunstgeschiedschrijving worden kunstwerken in vakjes ondergebracht.
Vanuit onze hunker naar structuur zoeken we waar ze thuishoren. En bij elk vakje hoort een benaming.
Anno 2021 wordt het werk van kunstenaars met een verstandelijke beperking die vandaag actief zijn nog al te vaak geconnecteerd met de gecatalogeerde term ‘Art Brut’. Deze aanduiding heeft echter geen actuele relevantie meer.
Het oeuvre van Irène, waar binnenkort een fractie van zal te zien zijn bij Wit.h, levert ons het uitgangspunt voor een discours over hoe Kunst en die term zich tegenwoordig verhouden t.o.v. elkaar. Hoe we de dingen benoemen maakt duidelijk dat taal macht en impact heeft. Ze kan verheffen maar evengoed stigmatiseren.
Net daarom willen we ‘taal in relatie tot kunst’ aan een onderzoek onderwerpen.
Art Brut